Archief

Lees-aantekeningen…

 

In de periode 1970 - 2000 heb ik in schriftjes aantekeningen gemaakt over of uit boeken die ik las. Hieronder volgen deze notities voorzover ze mij bij herlezing nu (in 2021) nog belang inboezemen. Ze staan in volgorde waarin ik ze noteerde.  

 

 

 

Oscar Wilde: Kunst begint waar nabootsing eindigt.

 

Thomas Mann in Docter Faustus: Kretzschmar geeft muzieklessen aan Leverkühn en zegt dat de taak van een docent is  "onvermoede belangstelling" te wekken.

 

Thomas Kuhn: The structure of scientific Revolutions (1962). Klassieker verscheen in 1972 in Nederlandse vertaling. Titel is misleidend, want K. betoogt dat wetenschappelijke revoluties juist ongestructureerd verlopen door middel van paradigma-wisselingen. Hij ziet de geschiedenis van de wetenschap als een voortdurende strijd met horten en stoten langs rationele en niet-rationle weg. Waarneming is altijd theoriegestuurd totdat het niet meer gaat. Wat niet in de theorie past wordt weggeredeneerd. Falsificatie speelt altijd achteraf een rol. Het Popperiaanse idee dat wetenschap logisch convergeert naar de 'waarheid' door falsificatie klopt niet. K. rekent af met de 'logisch positivisten'. 

 

Marsman:  Men schept het verleden om vrij te zijn voor de toekomst.

 

Anna Blaman: Hij die alleen bewijzen accepteert, is te klein voor 'het Geheim'. 

 

Augustinus: Men heeft geen toegang tot de waarheid tenzij via de liefde.

 

Thomas van Aquino: Wat men kent kan men liefhebben.

 

Max Scheler: Im grunde kennen wir nur, was wir lieben!

 

J. C. Bloem: Alles is veel voor wie niet veel verwacht. 

 

M. Nijhoff: Geen dood uit wanhoop of uit gril:

                    Ik sterf omdat ik sterven wil.

 

Iers gezegde: Grow where you are planted.

 

Ellen Key: in 1903 verscheen de Nederlandse vertaling van De eeuw van het kind. Haar uitgangspunt is 'Zijne Majesteit het Kind.' Het versterkt de 'vom Kinde aus'-beweging. Toch waren de ideeën van deze Zweedse pedagoge rond de eeuwwende niet nieuw, wel extreem geformuleerd. Het eerste recht van het kind is de ouders te kiezen. Volwassenen moeten het kind als gelijke behandelen, daarbij niet ingrijpen, maar het kind de ruimte laten volgens de eigen natuur zich te ontplooien. Zij baseert haar inzichten sterk op Rousseau, Spencer, Goethe. 

Bij de eeuwwisseling naar de 21ste eeuw moest men vaststellen dat de kinderen (in het westen) wel vrijer waren geworden, maar dat de 20ste eeuw zeker niet 'de eeuw van het kind' was geworden. 

 

A. Fournier: Het grote avontuur (1949) verscheen kort voor het uitbreken van de Eerste W.O. als Le grand Meaulnes. Een sprookje over een zoektocht naar het ware zelf. Er spreekt een sterk geloof uit over de invloed van de kindertijd tot ver in de volwassenheid. Een ode aan onbevangenheid.

 

Alfred Adler: grondlegger van de Indiviuaalpsychologie, de derde richting binnen de psychoanalyse, naast die van Freud en van Jung. Adler beschreef het minderwaardigheidscomplex als eerste. Adler wilde i.t.t. Freud het individu als ondeelbare eenheid (blijven) zien. Deze komt ook tot uitdrukking in een 'levensstijl'. Opmerkelijk is dat Adler in zijn boek Praxis und Theorie der Individualpsychologie een apart hoofdstuk wijdt aan Dostojevski. A. bewondert het diepe psychologische inzicht waarmee deze schrijver zijn personages in zijn romans uitbeeldt. 

 

Carl Gustav Jung: belangrijk werk is Psychologische typen (NL. vertaling 1947), gebaseerd op zijn praktische ervaring als psychotherapeut. Onderscheidt twee hoofdtypen, introverse en extraverse type. De eerste gericht op eigen innerlijk, het eigen subject; het tweede meer naar buiten gekeerd op de omringende objecten. Ieder mens heeft beide wel in zich, maar in verschillende sterkte. Steeds is er compensatie in de secundaire karakters. Daarnaast onderscheidt Jung vier functies waarover alle mensen beschikken: denken, voelen, gewaarworden, en intuïtie. Elke functie komt voor bij introverte of extraverte typen, zodat zijn karakteriologie een achtal typen kent: denktype, introvert en extravert; gevoelstype, introvert en extravert en idem waarnemingstype en intuïtief type, beide ook introvert en extravert. In andere geschriften is deze typologie uitgewerkt met begrippen als het collectief onbewuste gevuld met archetypen: oerbeelden of oergedachten die niet op persoonlijke ervaring berusten. Archetypen vormen het grondpatroon van instinctief gedrag.    

 

J.P. Sartre: In zijn debuutroman Walging (1938) gebeurt bijna niets, alles lijkt banaal, ontbloot van enige zin of betekenis. (vgl. De avonden, Reve). Toch groeit het uit tot een groot succes, vooral van de naoorlogse generaties. De roman beschrijft als een 'dagboek' het leven van Antoine die zoals iedereen op zichzelf is teruggeworpen. Veel twijfel, vertwijfeling en angst.

 

S. de Beauvoir versus  Buytendijk: Beiden schreven een studie over de vrouw, resp. De tweede sekse (1949) en De vrouw (1951) 

De Beauvoir hanteert twee stellingen: 1) Als vrouw word je niet geboren, maar gemaakt. 2) over de eeuwenoude man-vrouw verhouding: Hij is het Sujet, hij is de Absolute, zij is de Andere.

Buytendijk bestudeert de vrouw als een wezen dat op intentionele wijze in haar omgeving en leven staat. B. onderzoekt het verband tussen natuur, haar verschijning en haar psyche. Anders dan De Beauvoir benadrukt hij de vrouwelijkheid en gaat nauwelijks in op de verhouding tussen man-vrouw. Toch krijgt hij waardering (in katholieke kring) omdat hij de slechts op voortplanting gerichte seksualiteit te beperkt vindt.

Later kwam Joke Kool Smit met haar Het onbehagen bij de vrouw (1967) over voortdurende 'afhankelijkheid' van de vrouw en Anja Meulenbelt met De schaamte voorbij (1976) over 'onderdrukking' van de vrouw.

 

Gezelle: Mij spreekt de blomme een tale.

Gezelle: Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft.

 

Carmina Burana: Nu mijn ziel verloren is, zorg ik maar voor mijn uiterlijk.

 

Solztjenitsin: De vrije mens kent de waarde der dingen niet.

 

Wittgenstein in slot Tractatus: Ook al heeft men alle wetenschappelijke vragen opgelost, dan heeft men daarmee de levensvragen niet opgelost.

 

Zwijgen drukt vaak ook onmacht uit die niets te maken heeft met sprakeloze eerbied.

 

Lao-Tse: De naam die men noemen kan, is niet de ware naam.

Lao-Tse: Wie weet spreekt niet; wie spreekt, weet niet.

 

Dostojewski: Evenals bij Vestdijk is het moeilijk definitief uit te maken wat zijn beste werk is. Er zijn er te veel die ervoor in aanmerking komen. Toch neig ik naar Herinneringen uit het ondergrondse (1864). Op een toppunt van ellende (schulden, opheffing van zijn tijdschrift) schreef hij zijn zeer emotioneel geladen, diep existentiële werk. Het is een schreeuw om het 'levende leven'. 

 

Levinas: Bekendste werk is Het menselijk gelaat dat onder invloed staat van ervaringen in Wereldoorlog II. Hierin leert L. 'Het zijn niet de strijdenden, maar de lijdenden die de waarheid openbaren'. Geweld kan gematigd worden wanneer mensen elkaar in het gelaat zien. Onder het oog van de ander wordt alles anders. 

Levinas hanteert het begrip 'il y a'= het naamloze zijn; het anonieme murmelende bestaan.

Tegenover het 'Cogito ergo sum' van Descartes plaatst Levinas zijn 'Respondio ergo sum'; Ricoeur: 'Ik vertel, dus ik besta'; 

Kierkegaard in Johannes Climacus men moet aan alles twijfelen: 'Men moet getwijfeld hebben om aan wijsbegeerte te kunnen doen.' (Climacus is pseudoniem voor K.)

 

V. Nabokov Is Lolita (in Engelse en Russische versie, beide van N.) pornografie of maatschappij-kritisch boek over hypocriete/ veranderende moraal inzake seksualiteit? In 1955 kreeg Nabokov's Lolita een Nederlandse voorbeeld: Han Aalberse met  Bob en Daphne. Eerst inbeslagname, verscheen in 1981 alsnog.

 

André Gide: Geschiedenis is fictie die heeft plaatsgevonden; fictie is geschiedenis die had kunnen plaatsvinden.

 

Bernard Mandeville: Mensen spreken niet om begrepen te worden (deel II vd. Fabel van de bijen), want 'Ieder mens mag zichzelf liever dan hij een ander kan mogen'. (Mandeville 1670, R'dam - 1733, Londen, arts, psychiater, filosoof.)

 

Bernard Mandeville: De wereld gaat aan deugd ten onder. (deel 1  vd. Fabel van de bijen, Verzameld werk, Ondertitel: Private ondeugden, Publieke voordelen) 'Bedrog, weelde en trots moeten bestaan zodat wij er de baten van ontvangen.' Dit heet in de economie de 'Paradox van Mandeville'. 

 

Umberto Eco: Mijn afkeer van elke dwingende definiëring van de waarheid betekent ook dat ik geen enkele partij aanhang.

 

Milan Kundera (De ondraaglijke lichtheid van het bestaan: Niet de noodzaak maar het toeval is vol betovering.

 

Lucebert: Alles van waarde is weerloos.

 

Kierkegaard: De subjectiviteit is de waarheid.

 

Johan Huizinga: Homo ludens (1938) is zoals de ondertitel aangeeft een proeve ener bepaling van het spelelement der cultuur. Voor de oorlog geschreven, maar de betekenis ervan drong pas in de vijftiger, zestiger jaren ten volle door toen de vrijetijdsbesteding 'democratiseerde' en 'ludificeerde'. (provo, sport, pretpark, edutainment). Een kernpunt dat Huizinga formuleert is dat het spel de speler niet alleen genot biedt, maar het sticht ook gemeenschapszin. Maar H. is ook in dit boek een culturele pessimist. Hij is zondermeer pessimistisch over de toekomst. Ernst en spel dienen 'strikt gescheiden zaken' te blijven en dat gebeurt niet: zie de commercialisering en de ludificering van ernstige zaken (economie en politiek) wat hij als 'vals spel' en 'spelbreuk' kwalificeert, mogelijk gemaakt door technologie en banale vertrooiing. (eigenlijk loopt H. vooruit op publicaties van bijvoorbeeld Neil Postman; vgl. ook J.H. van den Berg, 's morgens jagen, 's middags vissen,1971)

 

Menno ter Braak over Vestdijk: 'Hij mengt zich in de cultuur van het verleden , als waren de problemen van het tijdvak, waarover hij schrijft, zijn eigen problemen.' (in De Duivelskunstenaar, n.a.v. De nadagen van Pilatus). 

 

Jean Paul Richter: Nooit opvoeden naar de 'tijdgeest, want dat doet de tijdgeest zelf al en met geweld. (begin 19de eeuw)

 

Jeroen Brouwers: Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt. (Bezonken rood)

 

Heidegger: Das Nichts nichtet. (Was ist Metafysika?)

 

Augustinus: De mensen zeggen: de tijden zijn slecht, de tijden zijn zwaar. Laten wij goed leven, en de tijden zullen goed zijn. Wat de tijd is, dat zijn wij, en zoals wij zijn zo zullen de tijden zijn. (Belijdenissen)

 

Zijderveld: De staccatocultuur. De duur verdwijnt uit de cultuur.

 

Leibnitz: Waarom is er niet niets?

 

Wittgenstein: Is het spreken wezenlijk voor de godsdienst? Ik kan mij heel goed een godsdienst voorstellen waarin geen leerstellingen voorkomen, waarin dus niet wordt gesproken.

 

Elschot: Het zwijgen kan niet verbeterd worden.

 

Nietzsche: Um die Erfinder von neuen Werten dreht sich die Welt (Also sprach Zarathustra)

 

Bataille: Het opheffen van het seksuele taboe loopt uit op 'een banalisering van de menselijke lust': "het genot bestaat niet in het wegvegen van de grens, maar in het huiverend overschrijden ervan.'

 

Postmodernisme verklaart volgens Lyotard de oorlog aan het geheel.  Bij het verlies van de Grote Verhalen' moet wel 'rouwarbeid' worden verricht. (Het postmodernisme uitgelegd aan onze kinderen)

 

Gorter in Mei : Wie dus zijn ziel is, is zichzelf een God. (vgl. Meister Eckhart)

 

Rutger Kopland: Wie iets vindt, heeft niet goed gezocht.

 

Altijd oppassen met 'Beifall der falschen Seite'. 

 

Anna Terruwe: Promoveerde op De neurose in het licht der rationele psychologie (1949); bouwde dit later uit tot De frustratieneurose (1971), een ziektebeeld dat ontstaat door een gebrekkige ontwikkeling van het gevoelsleven. Kinderen raken gefrustreerd in hun natuurlijke verlangen naar bescherming en tederheid, uiteindelijk door een tekort aan bevestiging. Haar bevestigingsleer werkt zij uit in het populaire Geef mij je hand; over bevestiging als sleutel van geluk (1972). In essentie is bevestiging schenken iemand laten merken dat hij waardevol is voor mij, en ook waarde heeft in zichzelf om wie hij/zij is. Funderend is haar inleiding: Affectiviteit - Effectiviteit, breekpunt van menselijk leven. (1984), gehouden 1984 voor colloquium 'Opvoeden tot waarden'. 

 

Vestdijk: Het is een tragedie op zichzelf te zien hoe weinig wij in staat zijn naar de idealen die wij ons stellen of die ons voorgehouden worden. (in Drukkende idealen).

Vestdijk: De ziel houdt levendig, wat het lichaam is verleerd. (Mnemosyne in de bergen)

Vestdijk: Wonderlijk irrationeel en paradoxaal is het gehele leven; op ieder moment, en in al zijn manifestaties. (De toekomst der religie)



Er is ook seculier fundamentalisme, tegenover geloofsfundamentalisme. 

 

Gaat esthetiek vooraf aan de ethiek?

 

Foucault: Misschien is het voornaamste doel vandaag de dag niet te ontdekken wat we zijn, maar te weigeren wat we zijn.

 

Het wetenschappelijk weten is niet alle weten.

 

Vestdijk  ziet in het jonge kind 'de natuurlijke mens' nog in een staat van volmaaktheid die door volwassenwording teloor gaat. Erich Kästner schrijft: 'Alleen wie volwassen is en toch een kind blijft, is een méns.' 

 

Bertrand Russell: De mens is een aap in een Rolls Royce

 

Neil Postman: De Amerikaanse burger is de best geamuseerde, maar slechtst geïnformeerde burger in Amusing ourselves to death (1985, vertaald als Wij amuseren ons kapot). Schreef ook The disappearance of childhood (1982), The end of education(1995), Teaching as a sunversive activity (1969). Teaching as a conserving Activity (1979) Technopoly (1992) en The end of education (1995)

 

Augustinus: Muziek is de lach van God.

 

Kuitert: Alles over boven komt van beneden.

 

Aafjes: Dichters liegen de waarheid.

Picasso: Kunst is een leugen die ons de waarheid doet zien.

Komrij: Schrijvers stelen van dieven.

Vestdijk: De leugen is onze moeder. 

 

A.F. Th van der Heijden: laat Albert Egberts in Onder het plaveisel het moeras zeggen:

-Een spreken over God waarin onze pijn geen geloofwaardige plaats krijgt, kan geen stap meer verzetten. 

-Cultiveer liever het vloeken en tieren. 

-Voor de een is Hij de Dood, de Honger, de Pijn, de Oorlog, de Drankzucht, de Jaloezie. Een God tot wie je niet bidt, maar vloekt.

-De God van verdomme.

 

Vestdijk: Wij zijn laatgeborenen, en ons creatief vermogen is voor een niet onbelangrijk deel aangewezen op het arrangeren van het reeds bestaande. 

 

Empiristen: Esse est percipe; Zijn is waargenomen worden, ergo wat niet waargenomen wordt bestaat niet.

 

Désanne van Brederode in Ave Verum Corpus: Het Grote Verhaal moet immanente twijfel in zich hebben. Niet de vraag naar waarheid, maar de vraag naar leefbaarheid, en na-leefbaarheid staat centraal.

 

Willem van Ockham, Brits scholasticus (14de eeuw) formuleerde het 'spaarzaamheidsbeginsel', bekend geworden als 'Ockhams scheermes'. Volgens deze wet is in de wis- en natuurkunde de eenvoudigste verklaring de beste. Wordt nu algemeen verbreed naar alles wat niet noodzakelijk is om verschijnselen te verklaren moet achterwege blijven.

 

Karl Popper in De armoede van het historisme: Een wetenschappelijke theorie van de historische ontwikkeling die als basis zou kunnen dienen voor voorspelling van de geschiedenis is niet mogelijk. 

 

F.L. Polak: Kennen is ook steeds keuren. (diss. Kennen en keuren)

 

Marilyn Ferguson: The aquarian conspiracy, pleidooi voor een overgang van waardenstelsel met nadruk op bescherming naar waardenstelsel gebaseerd op vertrouwen. Echter met een antiscientistische tegenculturele onderstroom.

 

J.H. van den Berg: Metabletica (1956)is een 'leer der veranderingen'; uitgangstpunt is de veranderlijkheid van de mens en deze veranderingen zijn historisch bepaald. Er zijn aanleidingen voor deze veranderingen, zij zijn niet toevallig. De fout die de psychologie maakt is dat de mens bestudeerd wordt in een laboratoriumsituatie en niet in een levenssituatie.  

 

Pieter Geyl: Ziet een wetmatigheid krachtens welke de gang der mensheid gedurig door misverstand en ellende wordt begeleid. vgl. De wet van Murphy: tegenslag en rampspoed roept nieuwe ellende over zich af. 

 

A.D. de Groot: Als ik iets weet kan ik iets voorspellen; kan ik niets voorspellen dan weet ik niets. (Zie: Methodologie)

W. Churchill: It is always wise to look ahead, but difficult to look further than you can see.

 

Hannah Arendt: onderscheidt 'vita contemplativa' naast 'vita activa'. ( The human condition)

 

Romeins gezegde: Het lot leidt hen die het gewillig volgen; de onwilligen sleept het voort. Vergelijk Couperus: Is geluk niet zich vroom te schikken onder zijn noodlot?

 

Louis-Ferdinand Céline: Reis naar het einde van de nacht en Dood op krediet, beide bijzondere leeservaringen. Toch moeilijk om precies aante geven waarom. Is het nuchter nihilisme dat zo aangrijpt? Vergelijk Vestdijk, ook arts, beide met klinische blik op de mens. In vergelijking met Vestdijk is Céline de overtreffende trap: Vestdijk laat nog ruimte voor een zonnetje (paradoxaal is het gehele leven); Céline toont uitsluitend waanzin. Is anarchist en antisemiet.

 

Keats verwijt Newton de regenboog van zijn schoonheid te hebben beroofd, nadat de natuurkundige er een verklaring voor heeft gegeven.

 

Blaise Pascal in Gedachten: Gewoonlijk worden wij eerder overtuigd door redenen die wij zelf gevonden hebben, dan door die welke bij anderen zijn opgekomen.

Het laatste wat men ontdekt als men een werk schrijft, is hoe men had moeten beginnen.

Als alle mensen wisten wat de een over de ander zegt, zouden er geen vier vrienden meer overblijven.

Tegenstelling tussen 'esprit de géométrie' en de 'esprit de finesse' (intuïtieve fijngevoeligheid). 

Zonder denkbeeld van de zondeval is de mens voor zichzelf onbegrijpelijk

 

Ongeluksprofeten:  Spengler, Ortega y Gassat, Jaensch, J.H. van den Berg. Bij allen staat cultureel verval in de schijnwerper.

 

Socrates: Niemand zondigt vrijwillig.

 

Albert Camus: Ademen is oordelen. In elke vorm van verzet ligt tegelijkertijd een afweer tegen een grensoverschrijding, d.i. tevens een 'spontane bevestiging' van iets waaraan de opstandige waarde hecht. (In: De mens in opstand, begin van zijn breuk met Sartre, die het communisme steeds meer  genegen was).

 

Ludwig Klages: levensfilosoof, belangrijk werk Der Geist als Widersacher der Seele, daarnaast grafoloog. De ziel is onbedorven, de geest is een ontledende, vernietigende kracht die een wig drijft tussen lichaam en ziel. Is een irrationalist, voorloper van levensfilosofie van Bergson. Stelde een eigen karakeriologie op. 

 

Derek Phillips: Moraliteit heeft de functie te controleren wat het resultaat zou zijn van verstand alleen. 

Dostojevski: ziet het gebod van de naastenliefde niet als een gebod van het verstand, nee het is zelfs een gebod dat irrationeel te noemen is.

 

Hegel: Niets groots in de wereld is zonder hartstocht tot stand gebracht. 

 

Isaiah Berlin: The proper study of mankind. An anthology of essays. Berlin, bekend van 'De vos en de egel'(twee verschillende oplossingsstrategieën) onderschrijft wel de idealen van de Verlichting, maar keert zich tegen het rationalisme en universalisme ervan. Er bestaat volgens hem geen alomvattende visie op de mens die het alleenrecht kan opeisen. Hij is voor een pluralistische benadering met ruimte voor eigen waarden van volkeren en culturen.  

 

E. Spranger: Opvoeden is altijd wakker roepen.

 

Hölderlin: Wir sind nichts, was wir suchen ist alles.

 

Luigi Pirandello (Nobelprijs Lit. 1934) schreef Wijlen Matthia Pascal. Wordt dood gewaand, hem lijkt dat eerst wel te bevallen. maar komt allengs erachter dat hij zonder identiteit leeft wat niet meer de moeite waard is geleefd te worden. Diverse verhalen zijn verfilmd, zie dvd)

 

Tolstoi: in Oorlog en Vrede 'Alles komt op zijn tijd, voor wie de kunst van het wachten verstaat.'(Generaal Koetoezov)

 

Umberto Eco behandelt in De slinger van Foucault 'het syndroom van de achterdocht'.

 

Shuzaku Endo: roman Stilte, fenomenaal! Het gaat over de Portugese priester Rodrico die naar Japan afreist om zijn leermeester Ferreira te zoeken; deze zou door folteringen van zijn geloof zijn gevallen toen hij als missionaris werkzaam was in Japan rond 1640. Rodrigo wordt opnieuw op vreselijke wijze om zijn geloof vervolgd en weet dat als hij zijn geloof afzweert, zijn volgelingen niet meer zullen worden gemarteld. Een vreselijk dilemma. Endo is zelf katholiek, maar in de roman komt de priester er achter dat het christendom niet universeel is, maar westers. Het is een jas die niet iedereen past. De titel slaat op Gods zwijgen op het lijden van de mensen die in hem geloven. God lijdt wel mee, maar heeft geen antwoord. 

 

Ernst Bloch: (Das Princiep Hoffnung, 3 delig) 'Hoop is het eerste affect van de mens'. Hoop is 'als een nee tegen gebrek'. Uitgangspunt van zijn 'adventsfilosofie' is: 'Dat wat is kan niet waar zijn'. 'Waar hoop is , daar is religie'. B. is neomarxistische atheist, aanvankelijk theoloog van joodse afkomst. 

 

Whitehead (procesfilosoof): 'Religie is wat de enkeling doet met zijn eigen eenzaamheid.' W. beziet evolutie als een open creatief proces. Verwant aan Bergson.

 

Bij dieren lijkt als regel te gelden dat eenzelfde diersoort steeds eenzelfde gedragspatroon te zien geeft. Bij de soort mens is dit niet het geval. Ofschoon hij een enkele soort is, is er grote culturele verscheidenheid, niet alleen in gedragspatronen, maar ook in rationaliteit, geest (religie, ethiek) en gevoel (esthetiek) 

 

A. Roland Holst: Een ongelovige

                                  Heen en weer geslingerd

                                  Zonder rust of duur.

                                  Was ik maar een wingerd, 

                                  Had ik maar een muur.

 

Hella Haasse over 'innerlijk toneel'