Het gebeurt niet vaak dat een roman het dagritme, het denken, zelfs het dromen in beslag neemt. Namen van personen, plaatsen, natuur- en bergbeschrijving worden gecheckt, evenals de in de titel voorkomende karakteristieken, eventuele symboliek van dieren; muziek in het boek op de piano gespeeld, zoals het heftige slotdeel van de Mondscheinsonate, wordt beluisterd. Ik heb het over Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje. Waar staat de ooievaar voor, en de dromedaris; beide op het omslag aanwezig. Zingen zij ieder hun eigen lied?
De roman omvat elf hoofdstukken. Elk hoofdstuk zoomt in op het leven van een persoon. Elk hoofdstuk leest als een op zichzelf staande novelle. In elk hoofdstuk schrijdt de tijd overlappend en veranderend voort. Het begint met het mystieke handelen van Susan Knowles-Chester (1788-1851) tijdens het afleggen van overledenen; het eindigt met Ties Auwerda (1956-2007), de klokkenmaker voor wie alles mechanisch transparant lijkt. Alle hoofdstukken zijn indringend van sfeer, verhaal, detaillering en met veelal fantastische gebeurtenissen. De auteur verstaat met een groot empathisch vermogen de kunst om de vele stemmingswisselingen van haar personages overtuigend te beschrijven. Eén personage springt eruit: Eliza May Drayden, woonachtig in het dorpje Bridge Fowling, zij is de dochter van een pastoor. Zeer getalenteerd, maar een raadsel, van haar leven is zelfs weinig bekend, ondanks een fameuze tevens schandaleuze roman en wat aantekeningen. Zij is het hoofdpersonage, want in alle andere hoofdstukken wordt documentair teruggegrepen en gereflecteerd op haar leven. Eliza groeit uit tot een legende! De lezer wordt met zijn neus, ogen, gevoel steeds gedrukt op haar grillig leven en de oplossing van dit raadsel. Wat heeft er allemaal plaatsgevonden in en rond haar leven? Alvorens met de introductie van een volgend verhaal te beginnen wordt meer informatie gegeven over Eliza en de Drayden-zussen. Wat niet kan ontgaan is dat in de opeenvolgende hoofdstukken paralellen en herhalingen met het leven van de Drayden-zussen voorkomen. In de voortgaande ontwikkeling in de tijd worden personages zich onder gewijzigde omstandigheden, ook geografisch (in Engeland, Amerika, Frankrijk, Nederland) geplaatst voor de vraag of aanpassing wel of niet geboden is (Darwin!); of ordening in nieuwe chaos een overlevingsvoorwaarde is. Altijd is er behoefte aan betekenisgeving aan wat het leven brengt. Daarvoor dienen zich patronen aan zoals het noodlot, (bij)geloof, spiritisme, (pseudo)wetenschap. Het leven is een continue strijd tegen slechte omstandigheden, tegen het noodlot, tegen de dood of een overgave aan een ‘hogere zin’ van dat alles. Zo wordt de lezer meegenomen in een ingenieuze compositie van een metaverhaal: de lezer staat voor een Umberto Eco-achtige semiotische opzet en duiding van tekens in het boek, verwijzend naar leven dat verlangt naar orde (het lied van de ooievaar) dan wel naar overgave aan de chaos van het toeval (het lied van de dromedaris). Er zijn zowel tekenen die pleiten voor het een, als voor het ander.
In het slothoofdstuk over tijd en Tijd zien we zelfs binnen hetzelfde personage, Ties Auwerda, een noodlottige overgang van het ene naar het andere lied. Als klokkenmaker is hij een man van de kloktijd, van ordening. Zijn vrouw is allesbehalve een practicus; zij is wetenschapper, theoretisch subliem, begaan met het verschil over tijd in de kwantumtheorie en de relativiteitstheorie. Alleen in de relativiteit blijkt tijd een gewichtige rol te spelen. Ties wil na een noodlottig ongeval van haar weten of het ‘de juiste tijd’ is om zijn vrouw te laten euthanaseren. Daartoe onderneemt hij een 'experiment'.
Veel aandacht is er voor tijd en Tijd, met en zonder hoofdletter! Er zijn weinig begrippen met zoveel dimensies in zich als tijd. Zonder hoofdletter gaat het over 'het kleine gebeuren', de dingen van alledag of zaken in de atomaire fysica; met hoofdletter gaat het over 'het grote gebeuren, de betekenis van de ontwikkeling, de doelgerichtheid van processen, eventueel het planmatige. Is er een betekenis of richting in de ontwikkeling van het leven? De mens heeft tijdsbesef, weet de volgorde der dingen of wat voorafging, wat het 'nu' betekent, en kan zich zorgen maken of verheugen op wat komen gaat. Is dat 'psychische tijd'? Tijd terugdraaien is uitgesloten, want tijd heeft buiten fysische processen slechts één richting. Fysische processen blijken soms omkeerbaar. Tijd roept de vraag op naar eeuwigheid, dan wel naar eindigheid, dus naar God, schepping, toeval, planmatigheid en evolutie. De confrontatie tussen God (creatie) en Darwin (evolutie) vindt plaats in hoofdstuk 8 tussen de halfzusjes Amélie en Laure. Het hoofdstuk omvat de Wereldoorlogen en speelt zich af in het katholieke Frankrijk. Het gevoel van zinloosheid van de Tijd is dan alomtegenwoordig. Laure discussieert daarover met haar oom tevens pastoor Rémy, zoals Eliza Drayden dat met haar vader en haar zwager, die haar vader opvolgde als pastoor zal hebben gedaan. Laure vraagt haar oom geld om boeken te kopen. Ze koopt twee boeken van Darwin: De oorsprong van de mens en De afstemming van de mens. Ze verstopt de boeken, leest ze stiekem, maar laat zich wel ontvallen: ‘De mens stamt af van de aap.’ Zij gaat niet meer naar de mis. Haar perspectief van waaruit zij naar het leven en de wereld kijkt is veranderd.
Bij verschijnen (2022) was Het lied van ooievaar en dromedaris al een klassieker! Wat een meesterwerk, een kroonjuweel!
Maak jouw eigen website met JouwWeb